UCALL Blog

Aansprakelijkheid en Schadevergoeding na Misdrijf

Beelden van een ongeluk horen NIET thuis op sociale media

De campagne van het Rode Kruis

Beelden van een ongeluk horen NIET thuis op sociale media

Op 6 november jl. lanceerde het Rode Kruis de champagne Niet filmen, maar helpen!. ‘Een ongeluk is geen foto- of videomoment’ luidt de boodschap. De campagnefilm van het Rode Kruis lijkt – hoewel minder confronterend – te zijn geïnspireerd op de Duitse campagnefilm #SeiKeinGaffer. Zoals de naam van de campagne van het Rode Kruis al doet vermoeden, richt de campagne zich tot toeschouwers van ongelukken die een noodsituatie met hun mobiele telefoon filmen of op een andere wijze vastleggen. Je kunt de tijd die je gebruikt om te filmen ook inzetten om 112 te bellen en eerste hulp te verlenen, want juist dat is in die eerste minuten na een ongeluk van levensbelang, aldus het hoofd Nationale Hulp van het Rode Kruis. Hij vervolgt: Tegelijkertijd kan het filmen enorme impact hebben op degene die je op beeld zet. Dit is iets om rekening mee te houden.

Naast de impact die het filmen van ongevallen kan hebben op degene die je in beeld ziet, kan het leed veroorzaken bij de familieleden of vrienden van een slachtoffer. Stef Manuel kwam er vorig jaar via Facebook achter dat zijn vriendin was verongelukt. De beste vriend van de verongelukte Chiel kreeg de beelden van het ongeval waarbij zijn vriend om het leven was omgekomen via WhatsApp doorgestuurd.

Door het delen van dergelijke berichten op internet kan de politie voor duivelse dilemma’s komen te staan. Vanaf het moment waarop beelden op sociale media worden verspreid, kan de politie immers al worden gebeld door bekenden van het slachtoffer. Vaak staat de identiteit van een slachtoffer dan nog niet voor 100 procent vast. De voorzitter van de jongerenafdeling van de Nederlandse Politiebond vertelt dat hij op zo’n moment voor de keuze staat of hij iemand telefonisch inlicht of dat hij besluit naar hun huis te gaan.

Dit zogeheten ramptoerisme is mijns inziens moreel verwerpelijk en levert daadwerkelijke risico’s op voor slachtoffers, hulpverleners en andere betrokkenen, waarover hierna meer. In dit blog besteed ik aandacht aan de mogelijkheden die het strafrecht kan of zou moeten bieden tegen het met een mobiele telefoon vastleggen en delen van beelden van ongevallen en slachtoffers op sociale media.

Ramptoerisme is gevaarlijk en onwenselijk

Ramptoeristen kunnen hulpverleners verhinderen bij het bereiken van een ongeval. Dit is gevaarlijk, omdat de eerste seconden na een ongeval cruciaal kunnen zijn. Er zijn verschillende manieren waarop ramptoeristen de toegang tot een ongeval kunnen versperren. Als de rijstroken zijn geblokkeerd door een ongeval, kan het voorkomen dat automobilisten die zich ook op de weg bevinden via de vluchtstrook verder moeten rijden. De vluchtstrook wordt echter ook gebruikt door hulpverleners om de plaats van het ongeval te bereiken. Door het afremmen, bekijken en zelfs fotograferen en filmen van het ongeval, is het mogelijk dat hulpverleners niet of vertraagd het ongeval bereiken en dat nieuwe gevaarlijke situaties ontstaan. Wanneer er eenmaal file is ontstaan, gebeurt het ook dat mensen uitstappen om het ongeval van dichtbij te bekijken. Bij een ongeluk op de A58 bij Bavel afgelopen zomer parkeerde zelfs iemand zijn auto midden op de snelweg om het ongeluk vast te leggen. Los van het feit dat ramptoerisme dus gevaarlijk is voor de slachtoffers van een ongeval en het risico op nieuwe ongevallen oplevert, blijkt uit de introductie van deze blog dat het maken en verspreiden van beelden van ongevallen op sociale media op zijn zachtst gezegd onwenselijk is en gepaard gaat met onnodig leed. De berichten kunnen als schokkend of kwetsend worden ervaren wanneer zij door bijvoorbeeld (jonge) kinderen of familieleden en vrienden van het slachtoffer worden gezien.

Het verspreiden van dergelijke beelden kan bovendien eventuele opsporingsonderzoeken van de politie en het Openbaar Ministerie verhinderen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer beelden van ongevallen en betrokkenen worden gedeeld op sociale media als Facebook, Twitter en WhatsApp, voordat bepaalde informatie door de politie openbaar is gemaakt.

Het in bezit hebben van beelden van ongevallen is niet te allen tijde ongewenst. Soms roept de politie burgers juist op om beelden van bepaalde gebeurtenissen met hen te delen. Het is mogelijk dat de beelden kunnen bijdragen aan een opsporingsonderzoek. Ten slotte kunnen de beelden helpen bij verzekeringskwesties.

Het maken en delen van beelden van ongevallen in het huidige Nederlandse strafrecht

De vraag is of het maken en delen van beelden van ongevallen strafbaar is naar het huidige Nederlandse recht. Het juridisch kader bestaat uit een aantal strafbaarstellingen, waaronder het maken en delen van beelden van ongevallen mogelijk zou kunnen vallen.

In Nederland is het gebruik van een verborgen camera in een woning of een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats strafbaar gesteld (artikel 139f Sr). Aangezien in deze blog het filmen van ongevallen op de openbare weg centraal staat, blijft deze strafbepaling verder buiten beeld. Verder is het verboden om mensen met een verborgen camera te filmen op een plaats die voor het publiek toegankelijk is (artikel 441b Sr). Het filmen van ongevallen op de openbare weg zoals beschreven in deze blog, valt echter niet binnen de reikwijdte van dit artikel, omdat de ramptoeristen normaliter op generlei wijze trachten de aanwezigheid van hun camera te verbergen en het niet gaat om min of meer permanente observaties.

Verder is het verboden voor bestuurders van een gemotoriseerd voertuig om tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden. Dit verbod geldt dus niet wanneer het voertuig stil staat en voor andere inzittenden van het gemotoriseerde voertuig. Aangezien files op de weghelft van het ongeval en kijkersfiles vaak ontstaan na een ongeluk, treedt ramptoerisme op wanneer men stil staat. Het gebruik van mobiele telefoons is in die situaties in beginsel geoorloofd. Daarbij strekt de strafbaarstelling van het vasthouden van mobiele telefoons tijdens het rijden tot op heden niet tot het volledige verbod op het bedienen van een mobiele telefoon. Veel smartphones hebben tegenwoordig functies om het toestel handsfree te bedienen. Zo maken bedrijven als Apple en Samsung gebruik van stemherkenning en -besturing, respectievelijk Siri en S voice. Ook het sociale medium Instagram introduceerde de mogelijkheid om beelden handsfree vast te leggen. Deze functies kunnen er ook aan bijdragen dat het verbod op het vasthouden van een mobiele telefoon tekortschiet bij het terugdringen van ramptoerisme.

Daarnaast is het niet voldoen aan een bevel of vordering strafbaar gesteld in artikel 184 Sr. Wanneer toeschouwers bij een ongeval door de politie worden gesommeerd om te stoppen met fotograferen of filmen, dan zijn zij volgens dit artikel daartoe gehouden.

De strafbaarstelling van het vastleggen van ongevallen en slachtoffers in Duitsland

In Duitsland worden toeschouwers van (verkeers)ongevallen die daarbij foto’s en filmpjes maken Gaffers genoemd. Naast het verbod op het verhinderen van hulpverleners in Duitsland, bestaat een verbod op het fotograferen en filmen van ongelukken en slachtoffers. Dit laatste wordt in Duitsland aangemerkt als Straftat in plaats van als ordnungswidrigkeit. Het verschil tussen een straftat en een ordnungswidrigkeit is vergelijkbaar met het verschil dat we in Nederland kennen tussen strafrechtelijke vervolging van verkeersovertredingen en de bestuursrechtelijke handhaving (Wet Mulder) daarvan. Indien overtredingen van de Wegenverkeerswet bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, heeft dit een positief uitwerking op de overtreder, omdat geen aantekening wordt gemaakt in zijn justitiële documentatie (in de volksmond strafblad) en de sanctie niet uit een vrijheidsstraf kan bestaan. Een voorwaarde hiervoor is dat de overtreding niet kan worden beschouwd als een gedraging waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.

Het fotograferen en filmen van ongelukken en slachtoffers wordt in Duitsland bedreigd met een vrijheidsstraf van maximaal 2 jaar of een geldboete. Het is daarbij niet van belang of de beelden zijn verspreid of geopenbaard, louter het vastleggen van een beeld dat de Hilflosigkeit einer anderen Person zur Schau stellt is strafbaar, met andere woorden op het beeld moet te zien zijn dat een slachtoffer in hulpeloze toestand verkeerd. In dergelijke gevallen is de politie bevoegd om de mobiele telefoon van de gaffer in beslag te nemen en gemaakte foto’s en filmpjes te verwijderen. Indien geen beelden zijn vastgelegd door de gaffer, kan de politie alsnog een geldboete tot 1.000 opleggen, omdat het gaffen op zichzelf als ordnungswidrigkeit is aangemerkt.

Mogelijke strafbaarstelling van de verspreiding van beelden in Nederland

Het Nederlandse strafrecht biedt mogelijkheden – hoewel beperkt – tegen ramptoerisme, maar er is geen zelfstandige delictsomschrijving die het maken van beelden van ongevallen en slachtoffers strafbaar stelt. Madeleine van Toorenburg van het CDA en kamerleden van de VVD, PVV, PvdA en SP steunen de gedachte dat hard moet worden opgetreden tegen het wangedrag van ramptoeristen. In reactie op de campagne van het Rode Kruis heeft Minister Grapperhaus laten weten dat hij de oproep om gewonden niet te filmen na een ongeluk steunt. Van Toorenburg werkt aan een initiatiefwet omtrent het strafbaar stellen van het filmen van ongevallen. Tot die tijd laat de minister zich niet uit over een mogelijke strafbaarstelling.

Gezien de mogelijke positieve invloed van beeldmateriaal in opsporingsonderzoeken en verzekeringskwesties, dient de oplossing tegen ramptoerisme mijns inziens niet primair in het strafrecht te worden gezocht. Het probleem met ramptoerisme is het moreel verwerpelijke gedrag en de drang van mensen om beelden van schokkende gebeurtenissen op sociale media te delen. Dergelijk gedrag kan mogelijkerwijs worden bestreden met een potentiële strafbepaling die in tegenstelling tot de Duitse strafbaarstelling gericht is op de verspreiding van beelden van ongelukken en slachtoffers. Ik hecht echter meer waarde aan andere wijzen van gedragsbeïnvloeding, zoals de campagne van het Rode Kruis.

Niet delen, maar helpen!