Empirie en recht
Empire III: rechtvaardig redresseren
In het meest recente deel van de Empire-reeks gaan onderzoekers van het Utrechtse onderzoekscentrum UCALL voor de derde keer gezamenlijk in op juridisch-empirische onderzoeksvragen op het gebied van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Waar in de eerste twee delen achtereenvolgens rechterlijke veronderstellingen getoetstwerden, en onderzocht werd hoe maatschappelijke opvattingen doorwerken in de rechterlijke oordeelsvorming, staat in het derde deel het sluitstuk van de juridische procedure centraal. In dit derde deel richten we ons vizier op het sluitstuk van de juridische procedure: de remedie. We onderzoeken voor uiteenlopende omstandigheden in welke mate de inzet van bepaalde juridische remedies rechtvaardig wordt geacht door burgers.
In een reeks van blogs zal de komende maanden een aantal van de boekhoofdstukken worden uitgelicht door de auteurs. In dit blog geven wij een algemene introductie van het derde deel in de Empire reeks.
Het belang van empirisch onderzoek naar rechtvaardig redres
Remedies zijn, zo schrijft Van der Helm in zijn dissertatie “die maatregelen die in of buiten rechte getroffen kunnen worden om schending van rechten te voorkomen of ongedaan te maken”. Daarbij kan gedacht aan (financiële) compensatie, een gebod of verbod, straf- en sanctieoplegging. De inzet van juridische remedies heeft gevolgen voor de bij de procedure betrokkenen, en soms ook voor de samenleving als geheel. Het is daarom van belang dat die samenleving de inzet van remedies ook rechtvaardig acht. Dat draagt ook bij aan de legitimiteit van rechtspraak en sluit aan bij het streven van de rechterlijke macht om ‘maatschappelijk verantwoord’ recht te spreken. Opvattingen over wat rechtvaardige remedies zijn niet in steen gebeiteld, ook niet onder rechters. Ze kunnen in de loop der tijd veranderen en er kan discussie bestaan over de rechtvaardigheid van verschillende remedies. Dit gegeven vormde het startpunt van ons onderzoek naar maatschappelijke opvattingen over de rechtvaardigheid van in de rechtspraktijk gangbare remedies. Daarbij richten de diverse auteurs zich vooral op actuele discussies in de literatuur over in te zetten remedies en/of ontwikkelingen in de rechtspraak.
Werkwijze
Om uit te vinden hoe de samenleving de rechtvaardigheid van de diverse door de auteurs onderzochte remedies beoordeelde, hebben we (net als in de eerdere Empire-projecten) zelf primaire data verzameld en geanalyseerd. Dat deden we door verschillende korte casusposities met een vragenlijst voor te leggen aan een panel dat een dwarsdoorsnede van de Nederlandse samenleving vormde. Daarbij letten we erop dat de teksten zo kort en leesbaar mogelijk waren, en probeerden we jargon en moeilijke woorden zoveel mogelijk te vermijden. De vragenlijst werd door onderzoeksbureau Norstat voorgelegd aan zijn vaste opiniepanel en werd ingevuld door 1046 respondenten, van wie er 1015 bruikbare antwoorden gaven.
De antwoorden werden vervolgens geanalyseerd door de redactieleden. Daarbij keken wij vooral hoe de meningen op verschillende stellingen waren verdeeld. Ook werden met behulp nadere analyses uitgevoerd om te onderzoeken of er verschillen bestonden in mening op bepaalde stellingen binnen bepaalde thema’s.
Resultaten
In het boek wordt door de diverse auteurs ingegaan op een breed scala aan thema’s en bijbehorende remedies, variërend van remedies bij schending van informatieplichten, redres van historisch onrecht, de inzet van forfaitaire schadevergoedingen en de omgang met milieu-gerelateerde angstschade. Enkele van deze thema’s zullen de komende weken door de auteurs worden uitgelicht in deze blogreeks. Hoewel de onderzochte thema’s uiteenlopen, is het ook mogelijk om een aantal algemene lijnen en bredere inzichten te identificeren.
Allereerst volgt uit ons onderzoek dat veel respondenten een noodzaak zien voor een concrete vorm van redres. Een enkele verklaring voor recht wordt daarvoor door onze respondenten veelal niet voldoende geacht. Op zichzelf is dat natuurlijk niet wereldschokkend. Daarbij valt ook dat veel respondenten vinden dat de in de rechtspraktijk nu al gangbare remedies over het algemeen goed aansluiten bij hun eigen ideeën over rechtvaardigheid. In specifieke gevallen komt echter wel naar voren dat de respondenten behoefte hebben aan meer innovatieve remedies. Dan gaat het soms ook om remedies die in het juridische domein omstreden zijn. Zo blijkt er onder onze respondenten steun te bestaan voor een door de rechter uitgesproken verplichting voor het aanbieden van excuses voor historisch onrecht. Ook in de context van het redresseren van de schending van informatieplichten in het consumentenrecht wordt, anders dan gangbaar is in de rechtspraktijk, de ontbinding van een overeenkomst als de meest rechtvaardige remedie gezien. En in een meer internationale context blijkt dat onze respondenten het rechtvaardig zouden vinden als naast de (gangbare) strafrechtelijke vervolging van oorlogsmisdaden, Westerse landen ook de bezittingen van de Russische staat en oligarchen confisqueren om zo schade in Oekraïne als gevolg van de oorlog te herstellen.
Afsluiting
Ook uit het derde deel van de Empire-reeks vallen weer veel lessen te leren. Zo laat de bundel allereerst zien dat een empirisch onderzoek naar de toepassing van verschillende remedies in verschillende rechtsgebieden waardevolle gezichtspunten kan opleveren wanneer in de maatschappij, wetenschap en/of rechtspraktijk discussie bestaat over de juiste remedie. Daarbij geldt dat met de door in de bundel gepresenteerde inzichten nog geenszins het laatste woord is gezegd met betrekking tot de vormgeving van remedies. Veeleer vormt ons onderzoek een beginpunt voor een verder gesprek over de vraag of, en zo ja hoe, het sluitstuk de juridische procedure gevormd kan worden door maatschappelijke rechtvaardigheidsopvattingen.
De bundel Rechtvaardig Redresseren laat wat ons betreft bovenal maar weer eens zien dat een rechtsgebiedoverstijgende en multidimensionale aanpak kan bijdragen aan een beter begrip van de wisselwerking tussen recht en maatschappij. Bovendien leidt het werken in teamverband tot onderzoeksresultaten die minder gemakkelijk te verkrijgen zijn wanneer het onderzoek individueel zou worden uitgevoerd.
De bundel Rechtvaardig Redresseren stond onder redactie van Lydia Dalhuisen, Stijn van Deursen, Renée Kool, Daan van Maurik en Elbert de Jong en is uitgegeven door Boom Juridisch.